Prediking 6 November

Preek 6 November 2016

Prediking 23 Oktober

Preek 23 Oktober 2016

 

Mattheüs 27 vers. 18-24

18 Hij wist namelijk dat ze Hem uit afgunst hadden uitgeleverd. 19 Terwijl hij op de rechterstoel zat, werd hem een boodschap van zijn vrouw gebracht: ‘Laat je niet in met die rechtvaardige! Om Hem heb ik namelijk vannacht in een droom veel moeten doorstaan.’ 20 Ondertussen haalden de hogepriesters en de oudsten het volk over: ze moesten om Barabbas vragen, en Jezus laten doden. 21 Weer nam de prefect het woord en hij vroeg opnieuw: ‘Wie van de twee wilt u dat ik vrijlaat?’ ‘Barabbas!’ riepen ze.
22 Pilatus vroeg hun: ‘Wat moet ik dan doen met Jezus die de Messias wordt genoemd?’ Allen antwoordden: ‘Aan het kruis met Hem!’ 23 Hij vroeg: ‘Wat heeft Hij dan misdaan?’ Maar ze schreeuwden alleen maar harder: ‘Aan het kruis met Hem!’ 24 Toen Pilatus inzag dat zijn tussenkomst nergens toe leidde, dat het er integendeel naar uitzag dat men in opstand zou komen, liet hij water brengen, waste ten overstaan van de menigte zijn handen en zei: ‘Ik ben onschuldig aan de dood van deze man. Zie het zelf maar op te lossen.’

Psalm 26

2 Doorgrond mij, HEER, en ken mij,
peil mijn hart en mijn nieren,

4 Met bedriegers zit ik niet aan,
met huichelaars ga ik niet om,

6 Ik zal mijn handen in onschuld wassen,
een rondgang maken om Uw altaar, HEER,

1 Johannes 1 vers. 8-9

8 Als we zeggen dat we de zonde niet kennen, misleiden we onszelf en is de waarheid niet in ons.
9 Belijden we onze zonden, dan zal hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad.

Psalm 51 vers. 4-6

4 Was mij schoon van alle schuld, reinig mij van mijn zonden. 5 Ik ken mijn wandaden, ik ben mij steeds van mijn zonden bewust, 6 tegen u, tegen U alleen heb ik gezondigd, ik heb gedaan wat slecht is in Uw ogen.

Psalm 51 vers. 12-14

12 Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig, 13 verban mij niet uit Uw nabijheid, neem Uw Heilige Geest niet van mij weg. 14 Red mij, geef mij de vreugde van vroeger, de kracht van een sterke geest.

Prediking 16 Oktober

Preek 16 Oktober 2016

 

Handelingen 7 vers. 47-60

Maar Salomo bouwde voor Hem een huis.

48 De Allerhoogste woont echter niet in tempels die met handen gemaakt zijn, zoals de profeet zegt:
49 De hemel is voor Mij een troon en de aarde een voetbank voor Mijn voeten. Wat voor huis zult u dan voor Mij bouwen, zegt de Heere, of wat is de plaats van Mijn rust?
50 Heeft Mijn hand niet al deze dingen gemaakt?
51 Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, u verzet u altijd tegen de Heilige Geest; zoals uw vaderen deden, zo doet u ook.
52 Wie van de profeten hebben uw vaderen niet vervolgd? Zelfs hebben zij hen gedood die de komst van de Rechtvaardige aankondigden, van Wie u nu verraders en moordenaars geworden bent.
53 U, die de wet ontvangen hebt door de dienst van engelen, hebt die niet in acht genomen!

De dood van Stefanus

54 Toen zij dit hoorden, barstten hun harten van woede en knarsten zij hun tanden tegen hem.
55 Maar hij, vol van de Heilige Geest, hield zijn ogen naar de hemel gericht en zag de heerlijkheid van God, en Jezus, staande aan de rechterhand van God.
56 En hij zei: Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen, staande aan de rechterhand van God.
57 Maar zij riepen met luide stem, stopten hun oren dicht en stormden eensgezind op hem af.
58 En zij wierpen hem de stad uit en stenigden hem, en de getuigen legden hun kleren af aan de voeten van een jongeman, die Saulus heette.
59 En zij stenigden Stefanus, terwijl deze Jezus aanriep en zei: Heere Jezus, ontvang mijn geest.
60 En terwijl hij op de knieën viel, riep hij met luide stem: Heere, reken hun deze zonde niet toe! En toen hij dat gezegd had, ontsliep hij.

Prediking 9 Oktober

Preek 9 Oktober 2016

 

Psalm 121

God bewaart Zijn volk

1 Een pelgrimslied.
Ik sla mijn ogen op naar de bergen,
vanwaar mijn hulp komen zal.
2 Mijn hulp is van de HEERE,
Die hemel en aarde gemaakt heeft.
3 Hij zal uw voet niet laten wankelen,
uw Bewaarder zal niet sluimeren.
4 Zie, de Bewaarder van Israël
zal niet sluimeren of slapen.
5 De HEERE is uw Bewaarder,
de HEERE is uw schaduw aan uw rechterhand.
6 De zon zal u overdag niet steken,
de maan niet in de nacht.
7 De HEERE zal u bewaren voor alle kwaad,
uw ziel zal Hij bewaren.
8 De HEERE zal uw uitgaan en uw ingaan bewaren,
van nu aan tot in eeuwigheid.

 

Hebreeën 12 vers. 18-24

Onze God is een verterend vuur

18 Want u bent niet tot een tastbare berg genaderd, en tot een brandend vuur, tot donkerheid, duisternis en stormwind,
19 tot bazuingeschal en het geluid van woorden. Zij die dat hoorden, smeekten dat het woord niet meer tot hen gericht zou worden,
20 want zij konden wat hun bevolen werd niet verdragen: zelfs als een dier de berg aanraakt, zal het gestenigd of met een pijl doorschoten worden.
21 En wat zij zagen was zo verschrikkelijk, dat Mozes zei: Ik ben zeer bevreesd en sta te beven.
22 Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen,
23 tot een feestelijke vergadering en de gemeente van de eerstgeborenen, die in de hemelen opgeschreven zijn, en tot God, de Rechter over allen, en tot de geesten van de rechtvaardigen, die tot volmaaktheid zijn gekomen,
24 en tot de Middelaar van het nieuwe verbond, Jezus, en tot het bloed van de besprenging, dat van betere dingen spreekt dan dat van Abel.

Prediking 2 Oktober

Preek 2 Oktober 2016

 

Jozua 4 vers. 1-11 & 19

De twaalf gedenkstenen

1 En het gebeurde, toen heel het volk het oversteken van de Jordaan voltooid had, dat de HEERE tegen Jozua zei:
2 Neem voor u twaalf mannen uit het volk, uit elke stam één man,
3 en gebied hun: Neem van hier uit het midden van de Jordaan, van de plaats waar de voeten van de priesters staan, voor uzelf twaalf stenen op. Neem ze met u mee naar de overkant en leg ze neer in het kamp waar u deze nacht gaat overnachten.
4 Daarop riep Jozua de twaalf mannen die hij had laten aanstellen uit de Israëlieten, uit elke stam één man,
5 en Jozua zei tegen hen: Ga voor de ark van de HEERE, uw God, uit naar het midden van de Jordaan. En laat ieder voor zich een steen op zijn schouder heffen, volgens het aantal stammen van de Israëlieten,
6 zodat dit een teken is onder u. Wanneer uw kinderen morgen vragen zullen: Wat betekenen deze stenen voor u?
7 dan moet u tegen hen zeggen dat het water van de Jordaan werd afgesneden voor de ark van het verbond van de HEERE. Toen hij door de Jordaan ging, werd het water van de Jordaan afgesneden. Daarom zullen deze stenen voor de Israëlieten tot een gedenkteken zijn tot in eeuwigheid.
8 De Israëlieten deden zoals Jozua geboden had. Zij namen twaalf stenen op uit het midden van de Jordaan, zoals de HEERE tegen Jozua gezegd had, volgens het aantal stammen van de Israëlieten; en zij namen ze met zich mee naar de overkant, naar het kamp, en legden ze daar neer.
9 Jozua richtte ook twaalf stenen op in het midden van de Jordaan, op de plaats waar de voeten van de priesters hadden gestaan die de ark van het verbond droegen. Ze zijn daar tot op deze dag.
10 De priesters die de ark droegen, stonden in het midden van de Jordaan, totdat alle dingen voltooid waren die de HEERE Jozua geboden had tegen het volk te zeggen, overeenkomstig alles wat Mozes Jozua geboden had. Het volk haastte zich en het stak over.
11 En het gebeurde, toen heel het volk het oversteken voltooid had, dat de ark van de HEERE samen met de priesters overstak voor de ogen van het volk.

19 Het volk was de tiende van de eerste maand uit de Jordaan opgeklommen, en zij sloegen hun kamp op in Gilgal, aan de oostkant van Jericho.

 

Prediking 31 Juli

[soundcloud id=’276165192′]

Prediking 24 Juli

[soundcloud id=’275186601′]

Prediking 3 Juli

[soundcloud id=’271967796′]

Prediking 26 Juni

[soundcloud id=’270911881′]

Prediking 19 Juni

[soundcloud id=’269881686′]