Prediking 3 November

Prediking 3 november 2019

Prediking 27 Oktober

Prediking 27 oktober 2019

Prediking 20 Oktober

Prediking 20 oktober 2019

Prediking 13 Oktober

Prediking 13 oktober 2019

Prediking 6 Oktober

Prediking 6 oktober 2019

1 Korintiers 12:1-7

  1. Broeders en zusters, over de gaven van de Geest wil ik u het volgende zeggen.
  2. Zoals u weet was u in de tijd dat u nog heidenen was volledig in de ban van goden die taal noch teken geven.
  3. Daarom zeg ik u nadrukkelijk: niemand kan ooit door toedoen van de Geest van God zeggen: ‘Vervloekt is Jezus,’ en niemand kan ooit zeggen: ‘Jezus is de Heer,’ behalve door toedoen van de Heilige Geest.
  4. Er zijn verschillende gaven, maar er is één Geest;
  5. er zijn verschillende dienende taken, maar er is één Heer;
  6. er zijn verschillende uitingen van bijzondere kracht, maar het is één God die ze allemaal en bij iedereen teweegbrengt.
  7. In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente.

Prediking 29 September

Prediking 29 september 2019

Galaten 3:26-28

  1. Want door het geloof en in Christus Jezus bent u allen kinderen van God.
  2. U allen die door de doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed.
  3. Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus.

Prediking 22 September

Prediking 22 september 2019

Psalm 95:

1 Kom, laten wij vrolijk zingen voor de HEERE, laten wij juichen voor de rots van ons heil. 2. Laten wij Zijn aangezicht tegemoet gaan met een loflied, laten wij voor Hem juichen met psalmen. 3. Want de HEERE is een groot God, ja, een groot Koning boven alle goden. 4. In Zijn hand zijn de diepste plaatsen van de aarde en de toppen van de bergen zijn van Hem. 5. Van Hem is ook de zee, want Híj heeft haar gemaakt, Zijn handen hebben het droge gevormd. 6. Kom, laten wij ons neerbuigen en neerbukken, laten wij knielen voor de HEERE, Die ons gemaakt heeft. 7. Want Hij is onze God.

Johannes 21:

15. Toen zij dan de maaltijd gebruikt hadden, zei Jezus tegen Simon Petrus: Simon, zoon van Jona, hebt u Mij meer lief dan dezen? Hij zei tegen Hem: Ja, Heere, U weet dat ik van U houd. Hij zei tegen hem: Weid Mijn lammeren. 16. Hij zei opnieuw tegen hem, voor de tweede keer: Simon, zoon van Jona, hebt u Mij lief? Hij zei tegen Hem: Ja, Heere, U weet dat ik van U houd. Hij zei tegen hem: Hoed Mijn schapen. 17. Hij zei voor de derde keer tegen hem: Simon, zoon van Jona, houdt u van Mij? Petrus werd bedroefd, omdat Hij voor de derde keer tegen hem zei: Houdt u van Mij? En hij zei tegen Hem: Heere, U weet alle dingen, U weet dat ik van U houd. Jezus zei tegen hem: Weid Mijn schapen. 18. Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen u jonger was, omgordde u uzelf en liep u waar u wilde; maar als u oud geworden bent, zult u uw handen uitstrekken, en een ander zal u omgorden en u brengen waar u niet heen wilt. 19. En dit zei Hij om aan te duiden met wat voor dood hij God verheerlijken zou. En nadat Hij dit gezegd had, zei Hij tegen hem: Volg Mij! 20. En Petrus zag, toen hij zich omkeerde, de discipel volgen die Jezus liefhad, die ook tijdens het avondmaal tegen Zijn borst was gaan liggen en gezegd had: Heere, wie is het die U verraden zal? 21. Toen Petrus deze zag, zei hij tegen Jezus: Heere, maar wat zal er met hem gebeuren? 22. Jezus zei tegen hem: Als Ik wil dat hij blijft totdat Ik kom, wat gaat het u aan? Volgt u Mij! 23. Dit gerucht nu, dat deze discipel niet zou sterven, verspreidde zich onder de broeders. Maar Jezus had niet tegen hem gezegd dat hij niet zou sterven, maar: Als Ik wil dat hij blijft totdat Ik kom, wat gaat het u aan?

Prediking 15 September

Prediking 15 september 2019

Prediking 8 September

Prediking 8 september 2019