Prediking 28 April

Preek 21 April 2019

Prediking 29 April

Preek 29 April 2018

Prediking 15 April

Preek 15 April 2018

 

Psalmen 42

Verlangen naar God

1 Voor de koorleider, een onderwijzing van de zonen van Korach.
2 Zoals een hert schreeuwt naar de waterstromen,
zo schreeuwt mijn ziel tot U, o God!
3 Mijn ziel dorst naar God,
naar de levende God.
Wanneer zal ik binnengaan
om voor Gods aangezicht te verschijnen?
4 Mijn tranen zijn mij tot voedsel,
dag en nacht,
omdat zij de hele dag tegen mij zeggen:
Waar is uw God?
5 Hieraan denk ik
en ik stort mijn ziel in mij uit:
hoe ik meeging in de stoet
en met hen optrok naar Gods huis,
onder luide vreugdezang en lofliederen:
een feestvierende menigte.
6 Wat buigt u zich neer, mijn ziel,
en bent u onrustig in mij?
Hoop op God, want ik zal Hem weer loven
voor de volkomen verlossing van Zijn aangezicht.
7 Mijn God, mijn ziel buigt zich neer in mij,
daarom denk ik aan U
vanuit het land van de Jordaan en het Hermongebergte,
vanuit het laaggebergte.
8 Watervloed roept tot watervloed,
terwijl Uw waterkolken bruisen;
al Uw baren en Uw golven
zijn over mij heen gegaan.
9 Maar de HEERE zal overdag Zijn goedertierenheid gebieden;
’s nachts zal Zijn lied bij mij zijn,
een gebed tot de God van mijn leven.
10 Ik zeg tegen God:
Mijn rots, waarom vergeet U mij?
Waarom ga ik in het zwart gehuld,
door de onderdrukking van de vijand?
11 Met een doodsteek in mijn beenderen
honen mijn tegenstanders mij,
omdat zij de hele dag tegen mij zeggen:
Waar is uw God?
12 Wat buigt u zich neer, mijn ziel,
en wat bent u onrustig in mij?
Hoop op God, want ik zal Hem weer loven;
Hij is de volkomen verlossing van mijn aangezicht en mijn God.

Prediking 8 April

Preek 8 April 2018

 

Markus 8 vers. 31-34

De eerste aankondiging van het lijden

31 En Hij begon hun te onderwijzen dat de Zoon des mensen veel moest lijden en verworpen worden door de oudsten en overpriesters en schriftgeleerden en gedood worden en na drie dagen opstaan.
32 En dit woord sprak Hij vrijuit. En Petrus nam Hem apart en begon Hem te bestraffen,
33 maar Hij keerde Zich om en terwijl Hij Zijn discipelen aankeek, bestrafte Hij Petrus en zei: Ga weg achter Mij, satan, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen.
34 En toen Hij de menigte met Zijn discipelen bij Zich geroepen had, zei Hij tegen hen: Laat wie achter Mij aan wil komen zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen.

Prediking 1 April

Preek 1 April 2018

 

Johannes 20 vers. 1-10

De opstanding

1 En op de eerste dag van de week ging Maria Magdalena vroeg, toen het nog donker was, naar het graf, en zij zag dat de steen van het graf weggenomen was.
2 Daarom snelde zij terug en ging naar Simon Petrus en naar de andere discipel, die Jezus liefhad, en zei tegen hen: Ze hebben de Heere uit het graf weggenomen, en wij weten niet waar zij Hem neergelegd hebben.
3 Petrus dan ging naar buiten, en de andere discipel, en zij kwamen bij het graf.
4 En die twee liepen samen, maar de andere discipel snelde vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf.
5 En toen hij vooroverboog, zag hij de doeken liggen, maar toch ging hij er niet in.
6 Simon Petrus dan kwam en volgde hem, en ging het graf wel binnen en zag de doeken liggen.
7 En de zweetdoek, die op Zijn hoofd geweest was, zag hij niet bij de doeken liggen maar afzonderlijk, opgerold, op een andere plaats.
8 Toen ging ook de andere discipel, die het eerst bij het graf gekomen was, naar binnen, en hij zag het en geloofde.
9 Want zij kenden de Schrift nog niet dat Hij uit de doden moest opstaan.
10 De discipelen dan gingen weer naar huis.

Prediking 25 Maart

Preek 25 Maart 2018

 

Lukas 22 vers. 14-20

Het Heilig Avondmaal

14 En toen het uur gekomen was, ging Hij aan tafel aanliggen, en de twaalf apostelen met Hem.
15 En Hij zei tegen hen: Ik heb er vurig naar verlangd dit Pascha met u te eten, voordat Ik ga lijden.
16 Want Ik zeg u dat Ik daar zeker niet meer van zal eten, totdat het vervuld is in het Koninkrijk van God.
17 En nadat Hij een drinkbeker genomen had en gedankt had, zei Hij: Neem deze en deel hem onder elkaar.
18 Want Ik zeg u dat Ik niet drinken zal van de vrucht van de wijnstok, totdat het Koninkrijk van God gekomen is.
19 En Hij nam brood en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en gaf het aan hen met de woorden: Dit is Mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis.
20 Evenzo nam Hij ook de drinkbeker na het gebruiken van de maaltijd en zei: Deze drinkbeker is het nieuwe testament in Mijn bloed, dat voor u vergoten wordt.

Prediking 18 Maart

Preek 18 Maart 2018

 

Hebreeën 10 vers. 19-25

De belijdenis vasthouden

19 Omdat wij nu, broeders, vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus,
20 langs een nieuwe en levende weg, die Hij voor ons heeft ingewijd door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees,
21 en omdat wij een grote Priester hebben over het huis van God,
22 laten wij tot Hem naderen met een waarachtig hart, in volle zekerheid van het geloof, nu ons hart gereinigd is van een slecht geweten en ons lichaam gewassen is met rein water.
23 Laten wij de belijdenis van de hoop onwrikbaar vasthouden, want Hij Die het beloofd heeft, is getrouw.
24 En laten wij op elkaar letten door elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken.
25 Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen.

Prediking 11 Maart

Preek 11 Maart 2018

 

Johannes 13 vers. 30-35

Het nieuwe gebod van de liefde

31 Toen hij dan naar buiten gegaan was, zei Jezus: Nu is de Zoon des mensen verheerlijkt, en God is in Hem verheerlijkt.
32 Als God in Hem verheerlijkt is, zal God Hem ook in Zichzelf verheerlijken, en Hij zal Hem meteen verheerlijken.
33 Lieve kinderen, nog een korte tijd ben Ik bij u. U zult Mij zoeken, en zoals Ik gezegd heb tegen de Joden, zo zeg Ik het nu ook tegen u: Waar Ik heen ga, kunt u niet komen.
34 Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben.
35 Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt.

Prediking 4 Maart

Preek 4 Maart 2018

 

Handelingen 9 vers. 1-19

De bekering van Saulus

1 Saulus nu, die tegen de discipelen van de Heere nog steeds brieste van dreiging en moord, ging naar de hogepriester toe
2 en vroeg van hem brieven voor Damascus, gericht aan de synagogen, opdat, als hij er enigen zou vinden die van die Weg waren, zowel mannen als vrouwen, hij die geboeid naar Jeruzalem zou brengen.
3 En terwijl hij onderweg was, gebeurde het dat hij dicht bij Damascus kwam. En plotseling omscheen hem een licht vanuit de hemel,
4 en toen hij op de grond gevallen was, hoorde hij een stem die tegen hem zei: Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij?
5 En hij zei: Wie bent U, Heere? En de Heere zei: Ik ben Jezus, Die u vervolgt. Het is hard voor u, met de hielen tegen de prikkels te slaan.
6 En hij zei, bevend en verbaasd: Heere, wat wilt U dat ik doen zal? En de Heere zei tegen hem: Sta op en ga de stad in en daar zal u gezegd worden wat u moet doen.
7 En de mannen die met hem meereisden, stonden sprakeloos, want zij hoorden wel de stem, maar zagen niemand.
8 En Saulus stond op van de grond; en toen hij zijn ogen opendeed, zag hij niemand. En zij leidden hem bij de hand en brachten hem naar Damascus.
9 En gedurende drie dagen kon hij niet zien, en at en dronk hij niet.
Paulus en Ananias in Damascus
10 En er was een zekere discipel in Damascus van wie de naam Ananias was; en de Heere zei tegen hem in een visioen: Ananias! En hij zei: Zie, hier ben ik, Heere.
11 En de Heere zei tegen hem: Sta op en ga naar de straat die de Rechte genoemd wordt, en vraag in het huis van Judas naar iemand van wie de naam Saulus is, uit Tarsus, want zie, hij bidt,
12 en hij heeft in een visioen gezien dat een man van wie de naam Ananias was, binnenkwam en hem de hand oplegde, opdat hij weer ziende zou worden.
13 Ananias antwoordde echter: Heere, ik heb van velen over deze man gehoord hoeveel kwaad hij Uw heiligen in Jeruzalem gedaan heeft;
14 en hij heeft hier volmacht van de overpriesters om allen gevangen te nemen die Uw Naam aanroepen.
15 Maar de Heere zei tegen hem: Ga, want deze is voor Mij een uitverkoren instrument om Mijn Naam te brengen naar de heidenen en de koningen en de Israëlieten.
16 Want Ik zal hem laten zien hoeveel hij moet lijden voor Mijn Naam.
17 En Ananias ging heen en ging het huis binnen; en na hem de handen opgelegd te hebben, zei hij: Saul, broeder, de Heere heeft mij gezonden, namelijk Jezus, Die u verschenen is op de weg waarlangs u gekomen bent, opdat u weer ziende zou worden en met de Heilige Geest vervuld zou worden.
18 En meteen vielen hem als het ware schellen van de ogen, en onmiddellijk werd hij weer ziende, en hij stond op en werd gedoopt.
19 En toen hij voedsel genomen had, sterkte hij aan. En Saulus verbleef enige dagen bij de discipelen in Damascus.